Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (2024)

Het is doodstil in de U-110. Commandant Fritz-Julius Lemp en zijn mannen luisteren in de commandoruimte naar de hydrofoon van de U-boot. Dan registreren de microfoons het karakteristieke gebrom van scheepsschroeven. Het geluid komt van zo’n 40 vaartuigen in een Brits konvooi van vrachtschepen waar de Duitse U-boot al 24 uur op wacht. De schepen zijn op slechts 5 kilometer afstand.

Tot dusver heeft de U-110 na drie weken op de Noord-Atlantische Oceaan nog maar één vrachtschip getorpedeerd. Dat is weinig voor Lemp, die in 1940 van Karl Dönitz, de bevelhebber van de U-boten, een Ridderkruis ontving vanwege zijn goede trackrecord. Negen maanden later is de jacht op geallieerde vrachtschepen een stuk moeilijker geworden, doordat de Britten nu in konvooien varen die door oorlogsschepen worden beschermd.

Lemp laat zich niet afschrikken door de nieuwe Britse tactiek, en hoewel hij bij een kort bezoek aan de oppervlakte in de vroege ochtend van 9 mei de boeggolf van een destroyer in het maanlicht ziet, aarzelt hij niet om een aanval te plannen. Vanwege de sterke escorte is een oppervlakteaanval onmogelijk, en de commandant wacht daarom tot het licht wordt en hij zich door de periscoop beter kan oriënteren.

‘Beman de posten,’ klinkt het om 12.30 uur in de U-boot, als Lemp klaar denkt te zijn voor de missie.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (1)

Zijn mannen reageren snel. Ze moeten zich langs elkaar heen wurmen in de krappe, 76 meter lange U-boot om hun posities te bereiken. Nu komt het eropaan, en veel mannen loopt het zweet in de baard die ze tijdens de lange tocht hebben laten staan. De U-110 nadert de schepen behoedzaam, terwijl Lemp door de periscoop tuurt. Om 13.00 uur krijgt hij de contouren van een vrachtschip in het vizier.

‘Is buis 1 klaar?’ vraagt de commandant.

‘Buis 1 klaar,’ is het antwoord uit de torpedoruimte. Een paar tellen later klinkt Lemps bevel:

‘Buis 1, vuur!’

Er gaat een schokje door de U-boot als de torpedo vlak onder water zijn buis verlaat en op het doelwit afgaat. Kort daarna vuurt Lemp nog twee torpedo’s af. Weer zijn de Duitsers doodstil. Iedereen luistert gespannen naar het resultaat.

Op dit moment is de enige gedachte van de 47 mannen in de U-110 of de torpedo’s doel zullen treffen. Maar spoedig zullen de jagers in de diepte de prooi worden. En anders dan veel andere duels op zee zal dit gevecht gevolgen krijgen voor de rest van de oorlog.

Escorte slaat alarm

Zich onbewust van het feit dat drie torpedo’s met elk 300 kilo explosieven op weg zijn naar de vrachtschepen die hij beschermt, staat Joe Baker-Cresswell op de brug van de destroyer HMS Bulldog.

De 40-jarige kapitein leidt de 3e Escortegroep, die de 38 vrachtschepen van konvooi OB 318 moet beschermen die van Liverpool naar de VS varen om essentiële voorraden te halen. Het konvooi is nu 500 kilometer ten oosten van Kaap Vaarwel op Groenland en hoeft nog maar 70 kilometer te worden geëscorteerd. Dan zijn de vrachtschepen zo westelijk dat er geen U-bootaanvallen meer te vrezen zijn.

Escortes zijn hét middel van de Britten in de strijd tegen de U-boten. Sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog in september 1939 hebben Dönitz’ ‘grijze wolven’ bijna 900 geallieerde vrachtschepen op de Atlantische Oceaan tot zinken gebracht, vooral nabij de Britse kust. Tonnen Amerikaanse voorraden voor de noodlijdende Britten zijn verloren gegaan.

‘Ze hebben ons! Ze vangen onze echo op. Ik hoor een pling!’ Radio-operator Georg Högel als de sonar van de vijand de U-boot heeft gelokaliseerd

Pas begin 1941 zei Churchill dat hij ‘de strijd om de Atlantische Oceaan alle prioriteit’ zou geven en dat de Royal Navy met escortes met dieptebommen de vrijwel onzichtbare U-boten moest aanvallen.

Baker-Cresswell kreeg van Churchill de leiding over drie destroyers, drie korvetten en twee grote vissersboten die zijn omgebouwd voor de jacht op U-boten. De escorte vaart in een ring om de vrachtschepen en bedekt een gebied van circa 4 vierkante kilometer. Tot nu toe gaat alles goed, er zijn sinds het vertrek uit Liverpool geen schepen aangevallen.

Baker-Cresswell is geen prater. Maar hij is goedgemutst als hij samen met zijn tweede man John Aitken door zijn verrekijker het konvooi in de gaten houdt. De officieren hebben goede hoop dat iedereen ongeschonden de bestemming bereikt. Maar dan wordt de rust verstoord.

‘Mijn hemel, sir! Kijk daar!’ roept Aitken en hij wijst naar het vrachtschip Esmond.

Op de Atlantische Oceaan is veel gevochten tussen onderzeeërs en schepen. De beste U-boten waren die uit de IX-klasse, het favoriete oppervlakteschip van de geallieerden was de destroyer.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (2)

© Historia

U-BOOT IXB

Topsnelheid van 18 knopen aan de oppervlakte en daarmee sneller dan de korvet, het gangbare escorteschip van de vijand.

Het opsporingssysteem was een hydrofooninstallatie: richtmicrofoons die geluiden van schroeven en motoren in zee registreerden.

Het hoofdwapen waren torpedo’s. Ze werden afgevuurd in een baan op basis van de snelheid en vermoedelijke richting van het doelwit.

Verdere wapens waren 44 TMA-mijnen, een 105mm-scheepskanon op het dek en twee luchtafweerkanonnen.

Historia

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (3)

© Historiebladet

DESTROYER B-KLASSE

Met een topsnelheid van 35 knopen was het schip een dodelijke jager en kon het een vrachtschip in nood snel ontzetten.

Het sonarsysteem ASDIC kon ondergedoken onderzeeërs opsporen met behulp van geluidsgolven. Als een geluidspuls een object in het water raakte, kwam er een geluid terug.

Het hoofdwapen tegen U-boten waren dieptebommen, die op een ingestelde diepte ontploften.

Verdere wapens waren vier 120mm-kanonnen, twee luchtafweerkanonnen en torpedo’s in acht buizen.

Historia

Een fontein van schuimend water rijst op naast het 5000 ton wegende schip. Seconden later zien Aitken en Baker-Cresswell midscheeps bij het koopvaardijschip Bengore Head hetzelfde gebeuren.

Het tweetal op de Bulldog voelt de dreun van de explosies, en kort daarna breekt de Bengore Head in tweeën. De boeg en de achtersteven steken omhoog. Het is zonneklaar: ze worden aangevallen door een onderzeeër. Alleen torpedo’s kunnen zo onverwacht zo hard toeslaan.

‘Beide turbines volle kracht vooruit! Koers drie-vier-nul!’ beveelt Baker-Cresswell terwijl het alarm van de destroyer afgaat – het signaal voor iedereen aan boord om het schip gevechtsklaar te maken.

Vanaf de brug ziet Baker-Cresswell dat de destroyer Broadway en de korvet Aubretia zoals bevolen omkeren en zich, terwijl dikke zwarte rook uit de schoorstenen slaat, naar de plek haasten waar de torpedo’s moeten zijn afgevuurd. De Duitsers hebben twee vrachtschepen te pakken gekregen, maar als het aan Baker-Cresswell ligt, komen ze er niet mee weg.

Ontzetting volgt op gejuich

De bemanning van de U-110 heeft de explosies ook gehoord, en bij elke dreun klinkt er gejuich.

‘Goed gedaan!’ zegt Lemp, die erom bekendstaat dat hij zijn mannen een overwinning laat vieren. In tegenstelling tot veel strenge U-bootcommandanten staat hij hun zelfs toe Engelse popmuziek te draaien, wat bij de nazi’s eigenlijk streng verboden is.

Maar er kan nog niet worden gefeest. Lemp beveelt de U-boot 180 graden te draaien, zodat de torpedo’s achterin ook kunnen worden afgevuurd. Dan klinkt er een verontrustend geluid uit de hydrofoon.

‘Het komt goed. We gaan het redden. Jullie denken toch niet dat ik van plan ben om me gevangen te laten nemen?’ U-bootcommandant Fritz-Julius Lemp tegen zijn mannen

De Duitsers kennen de ASDIC-sonartechnologie van de vijand, die met behulp van geluidsgolven voorwerpen onder water opspoort. En nu hoort radio-operator Georg Högel dat de positie van de U-110 is ontdekt.

‘Ze hebben ons! Ze vangen onze echo op. Ik hoor een pling!’

De vrolijke, bebaarde gezichten in de commandoruimte betrekken. Lemp draait zijn periscoop een tikje en krijgt direct het silhouet van een Brits escorteschip in het oog. Het komt recht op hen af.

‘Duiken!’ brult de U-bootcommandant. ‘Duikeeen!’

Britten gaan in de tegenaanval

Op de Bulldog richt Baker-Cresswell zijn verrekijker op de korvet Aubretia, die seint vanaf de brug.

‘De Aubretia heeft contact recht vooruit. Ze vallen aan,’ roept Baker-Cresswells seinofficier opgewonden.

De korvet bereidt een dieptebomaanval voor, en intussen opent de bemanning tot Baker-Cresswells verbazing het vuur met de kleine machinekanonnen op het dek. De kapitein spotte de periscoop van de U-boot vlak voordat die onder water verdween.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (4)

De bevelhebber van de U-boten, Karl Dönitz, was vanwege zijn capaciteiten en voorkomen populair bij U-bootbemanningen, nazikopstukken en de bevolking.

Nadat hij in de Eerste Wereldoorlog als onderzeebootcommandant had gediend, kreeg admiraal Karl Dönitz in 1933 de leiding over de opbouw van de Duitse onderzeebootvloot, waar hij in 1936 ook opperbevelhebber van werd.

De U-bootbemanningen hadden veel respect voor de admiraal vanwege zijn grote ervaring en kennis. Dönitz werkte altijd nauw samen met zijn commandanten en dacht mee met de tactische planning van U-bootaanvallen. Daarom hadden de bemanningen het gevoel dat ze een leider hadden die ze begreep.

De bevolking bewonderde Dönitz om zijn uitstekende resultaten in het begin van de oorlog. Wat meehielp was dat hij wekelijks met zijn stoïcijnse kalmte als een soort vaderfiguur in het nieuws was.

Hitler vond Dönitz zo integer en stabiel dat hij de admiraal op 30 april 1945 tot zijn opvolger benoemde, wat enigszins verrassend was. Na de capitulatie van Duitsland werd Dönitz bij de Processen van Neurenberg veroordeeld tot 10 jaar cel wegens oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de vrede.

De schoten van de Aubretia missen doel en de korvet vaart dichterbij. Ook de destroyer Broadway nadert. Aan boord van beide escorteschepen staat de bemanning klaar om dieptebommen af te werpen zodra de schepen de vermoedelijke positie van de onderzeeër bereiken.

De bommen zijn zo ingesteld dat ze op 50-70 meter diepte ontploffen, en de 130 kilo springstof is voldoende om zelfs op 16 meter afstand de motoren en accu’s van een onderzeeër te vernietigen.

Duitsers horen dreiging van boven

In de commandoruimte van de U-110 staren de Duitsers naar de dieptemeter terwijl de ballasttanks van het vaartuig zich vullen met zeewater. Ze horen het zwiepende, schrapende geluid van de schroeven van het naderende Britse schip.

Als het geluid weer afneemt, wachten ze ademloos op de dieptebommen. Lemp verandert van koers terwijl de U-boot verder afdaalt. Seconden tikken voorbij, en dan horen de mannen recht boven de onderzeeër de eerste explosie. Het vaartuig schudt zo hevig dat ze tegen elkaar aan vallen, maar het raakt niet beschadigd.

Lemp probeert te ontkomen door steeds van koers en diepte te veranderen, maar de Britten houden vol. Uiteindelijk ontploft er een aantal dieptebommen dicht bij de U-110. Het voelt alsof de U-boot door een aardbeving wordt getroffen.

Het licht gaat uit en de bemanning staat in het pikkedonker terwijl er kleppen openbarsten en rompplaten bezwijken. Op meerdere plekken stroomt water naar binnen en er lekt dieselolie uit kapotte leidingen. De mannen zitten gevangen in een claustrofobisch sardineblikje. Slechts de kwetsbare romp scheidt hen van de zwarte, allesverzwelgende diepte.

‘Ik ben geraakt! Ik zie niets met mijn linkeroog!’ Bemanningslid van de U-110

Dan gaat de blauwe noodverlichting aan. Terwijl de mannen de situatie opnemen en de kleppen dichten, ebt de ergste doodsangst weg.

‘Het komt goed. We gaan het redden. Jullie denken toch niet dat ik van plan ben om me gevangen te laten nemen?’ grapt Lemp om de moed erin te houden bij zijn mensen.

Maar naarmate de omvang van de schade duidelijk wordt, wordt de bemanning somber. Het roer werkt niet, de dieptemeter is verwoest en de accu’s zijn beschadigd – er komt een onaangename chloorlucht vanaf. Het ergste is nog dat de apparatuur die de ballasttanks aanstuurt niet werkt. De U-110 lijkt in vrije val op de zeebodem af te gaan.

Herbert Langsch, een van de vier radio-operators, hoort gesis vanuit de tanks met perslucht. Die lucht wordt gewoonlijk in de ballasttanks geblazen als de U-boot naar de oppervlakte wil stijgen. Zelfs Lemp, de golden boy met 19 getorpedeerde schepen op zijn naam, is zijn gebruikelijke optimisme kwijt.

‘We kunnen alleen maar afwachten wat er gebeurt. Het beste wat je kunt doen is denken aan je familie, of aan iets heel moois,’ zegt hij.

De Duitse onderzeebootcommandanten werden bejubeld in de Duitse pers, die de overwinningen op zee op de voet volgde. Maar het leven in de U-boten was gevaarlijk – zo’n 70% van alle bemanningen keerde nooit terug.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (5)

© Scherl/Süddeutsche Zeitung Photo/Ritzau Scanpix

Otto Kretschmer (1912-1998)

Geen onderzeebootcommandant was zo succesvol als Kretschmer, die 47 schepen tot zinken bracht voor hij in maart 1941 gevangen werd genomen.

Scherl/Süddeutsche Zeitung Photo/Ritzau Scanpix

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (6)

© Ullstein Bild Dtl./Getty Images

Wolfgang Lüth (1913-1945)

Met 46 tot zinken gebrachte schepen was Lüth de op een na succesvolste. Hij kwam om aan het einde van de oorlog, toen een Duitse bewaker hem per ongeluk doodschoot.

Ullstein Bild Dtl./Getty Images

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (7)

© Ullstein Bild Dtl./Getty Images

Günther Prien (1908-1941)

Prien werd een volksheld toen hij in oktober 1939 het slagschip HMS Royal Oak torpedeerde op de Britse marinebasis Scapa Flow. Tot zijn dood in 1941 bracht hij 30 schepen tot zinken.

Ullstein Bild Dtl./Getty Images

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (8)

© uboat.net

Günther Hessler (1909-1968)

Hessler torpedeerde de meeste schepen op één missie: in april-juni 1940 bracht hij 14 schepen tot zinken. Na zijn derde missie kreeg hij een functie als staflid bij Karl Dönitz.

uboat.net

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (9)

© uboat.net

Erwin Rostin (1907-1942)

Op slechts twee missies bracht Rostin maar liefst 17 schepen tot zinken. De tweede missie was echter ook zijn laatste, want hij ging met zijn U-158 ten onder.

uboat.net

Het wordt stil. De mannen staren wezenloos voor zich uit of sluiten hun ogen om te bidden en te denken aan hun vriendin, vrouw, kinderen of ouders die ze nooit meer zullen zien.

Terwijl de 47 Duitsers wachten op de dood, maakt de U-110 plotseling slagzij en moeten ze zich ergens aan vastgrijpen om niet te vallen. Ze zijn ervan overtuigd dat dit het moment is dat de waterdruk hen zal verpletteren. Maar er barst of versplintert niets. Dan roept een bemanningslid opgelucht:

‘We zijn aan de oppervlakte! We zijn gered.’

De veelgeplaagde Duitsers hebben geen idee hoe, maar in plaats van te zinken, is de onderzeeër naar de oppervlakte gestegen. Misschien zullen ze vandaag toch niet sterven.

Schepen schieten op U-110

Om 13.35 uur komt de toren van de onderzeeër boven het water uit.

‘Grote farao, daar heb je hem!’ roept Aitken vanaf de brug van de Bulldog.

‘We hebben hem!’ zegt Baker-Cresswell. Hij vraagt artillerieluitenant David Balme om klaar te staan bij de pantserdoorborende kanonnen.

‘Ze schieten gericht! We zijn omsingeld. Verlaat het schip!’ U-bootcommandant Fritz-Julius Lemp tegen zijn mannen

‘Ze komen naar buiten,’ zegt Aitken als het voorste luik van de U-boot opengaat. Balme roept: ‘Vuur!’ en de kanonnen bulderen.

De Britten weten niet wat de Duitsers van plan zijn. Wie weet willen ze met de kanonnen op het dek van de U-boot de strijd voortzetten. Als ook het torenluik opengaat en er een paar hoofden tevoorschijn komen, blijft Baker-Cresswell vuren. Het gedreun van het luchtafweerkanon van de Bulldog mengt zich in de kakofonie van de salvo’s van de machinegeweren van de destroyer.

Bemanning springt overboord

In de U-110 heeft Lemp als eerste zijn hoofd door het torenluik gestoken, om erachter komen dat hun een waar inferno wacht.

‘Ze schieten gericht! We zijn omsingeld. Verlaat het schip!’ roept hij naar zijn mannen.

De 21-jarige Langsch staat zo dicht bij het luik dat hij de frisse lucht kan inademen, maar hij hoort ook duidelijk de granaten en het metalige geluid van kogels die inslaan op de romp van de onderzeeër. Plotseling valt er een gloeiende granaatscherf door het luik naar binnen, die voor de bemanning op de vloer belandt.

Langsch klimt snel naar boven. Terwijl de kogels hem om de oren fluiten, hurkt hij neer op het dek. Hij draait aan een hendeltje aan zijn reddingsvest, waardoor dit met een patroon van perslucht wordt opgeblazen, maar voor hij in het water kan springen, grijpt een kameraad hem bij zijn arm.

‘Ik ben geraakt! Ik zie niets met mijn linkeroog!’ schreeuwt de man.

Langsch ziet dat het oog kapotgeschoten is.

‘Je hebt gewoon wat bloed in je oog van een wond, daarom zie je niets,’ liegt hij.

‘Je krijgt acht man mee, onder wie een telegrafist. Ze moeten gewapend zijn en eventueel verzet neerslaan.’ Kapitein Joe Baker-Cresswell tegen de leider van het enterteam

Daarop durft zijn metgezel overboord te springen. Hij verdwijnt in de golven en komt nooit meer boven. Langsch springt ook, in de hoop dat het lot hem gunstiger gezind is.

Even later klimt de journalist Helmut Ecke op het dek. Deze 23-jarige Duitser ging mee op de Atlantische reis van de U-110 om ronkende artikelen te schrijven over de onderzeese successen van de nazi’s. Hij is niet getraind, zeker niet in het omgaan met een crisissituatie aan boord van een onderzeeër. Verlamd van angst ziet hij dat er een granaat op het hoofd van een van zijn landgenoten valt. De hersenen van de man vliegen in het rond, waarna zijn hoofdloze lichaam in zee valt.

Ecke springt zo snel mogelijk in het water zonder zijn reddingsvest te hebben opgepompt. Hij weet niet dat hij aan de hendel moet draaien. De journalist worstelt met de golven en roept om hulp.

‘Ik heb geen tijd om je te helpen,’ zegt een landgenoot dicht bij Ecke moeizaam en hij zwemt weg.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (10)

Slag om de Atlantische Oceaan keerde in 1943

In de eerste helft van de Tweede Wereldoorlog bevoeren de U-boten met succes de Atlantische Oceaan. Pas toen de geallieerden grote escortes inzetten, veranderde het beeld.

September 1939

De U-bootvloot van Karl Dönitz boekt zijn eerste grote succes als de U-47 in de haven van Scapa Flow op de Orkneyeilanden een slagschip torpedeert.

Zomer 1940

De Duitsers beleven de zogeheten ‘gelukkige tijd’ als de U-boten in juli en augustus 1940 ruim 200 vrachtschepen tot zinken brengen.

Begin 1941

De Britten gaan hun vrachtschepen in de buurt van de Atlantische kust met escorteschepen beschermen.

April 1942

De VS voeren ook een konvooisysteem in nadat U-boten voor hun kust ruim 200 schepen tot zinken hebben gebracht.

Mei 1943

Het oorlogstij keert als de Duitsers in één maand 43 onderzeeërs verliezen door verbeterde geallieerde radar en sonar.

De journalist wil bijna opgeven als Herbert Langsch met een paar snelle slagen naar hem toe zwemt. Hij blaast het reddingsvest op en helpt Ecke om bij de U-boot vandaan te komen.

Lemp staat nog steeds bij het luik van de toren en helpt iedereen omhoog. Hij slaakt een zucht van verlichting als de Britten de beschieting staken. Eindelijk even rust. Maar Lemp is ervan overtuigd dat de tijd dringt.

‘Is er nog iemand beneden?’ roept hij in de richting van de commandoruimte.

‘Ja, ik! Ik kom eraan,’ antwoordt de laatste die nog aan boord is, radio-operator Heinz Wilde.

‘Snel weg van de onderzeeër, hij gaat zo zinken,’ zegt Lemp als Wilde op het dek staat en zijn ogen dichtknijpt tegen het felle licht.

‘Er zijn nog geheime spullen aan boord,’ merkt de radioman op. Hij doelt op de Enigma-codeermachine, codeboeken en andere belangrijke papieren.

‘Laat liggen, Wilde. Dat gaat toch met de onderzeeër ten onder,’ verzekert zijn meerdere hem.

Dan springt Wilde in het water, gevolgd door Lemp.

Britten vinden de jackpot

Op de Bulldog heeft kapitein Baker-Cresswell het vuren gestaakt en opdracht gegeven het schip stil te leggen. De destroyer is nu nog maar 100 meter van de beschadigde U-boot. In eerste instantie wilde de escortecommandant de Duitse onderzeeër laten zinken, maar op het laatste moment is hij van gedachten veranderd. Misschien kunnen de Britten de situatie uitbuiten door de U-boot te veroveren en te plunderen, denkt hij.

‘Roep het enterteam bij elkaar,’ zegt de kapitein tegen artillerieluitenant Balme op de brug.

‘Je krijgt acht man mee, onder wie een telegrafist. Ze moeten gewapend zijn en eventueel verzet neerslaan, al denken we niet dat er nog Duitsers aan boord zijn. Je belangrijkste taak is alle documenten, codeboeken en zeekaarten die je vindt, mee te nemen. En ik wil weten hoe zwaar de onderzeeër beschadigd is en of we hem op sleeptouw kunnen nemen.’

‘Begrepen,’ zegt Balme, die kort daarna in een reddingsboot naar de deinende U-110 vaart.

‘Het was een van de ergste momenten van mijn leven. Wat zou het een triomf geweest zijn om Hvalfjördur binnen te varen met de U-110 op sleeptouw.’ Kapitein Joe Baker-Cresswell over het verlies van de U-110

Het water slaat over het dek van de onderzeeër en de 20-jarige luitenant moet oppassen dat hij niet uitglijdt. Nerveus daalt Balme als eerste met getrokken revolver af in de toren. Tot zijn opluchting is er niemand meer aan boord.

De Britten doorzoeken de onderzeeër, terwijl ze voortdurend op hun hoede zijn. Als het vaartuig dreigt te zinken, moeten ze gauw wegwezen.

Ondanks het dreigende gevaar hebben ze al snel andere dingen aan hun hoofd. De radiokamer bevat een schat aan geheime voorwerpen: een Enigma-codeermachine, codetabellen, seinboeken, zeekaarten en kaarten waarop Duitse mijnenvelden staan aangegeven. De Britten hebben midden in de roos geschoten.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (11)

De Britse inlichtingendienst probeerde al lange tijd de codes van de Duitse marine te kraken, maar de verovering van de Enigma-apparatuur in de U-110 betekende een doorbraak.

Joe Baker-Cresswell had een grote slag geslagen door een intacte Enigma-machine buit te maken en een codeboek voor de dubbelgecodeerde berichten aan Duitse officieren.

‘Hier hebben we de hele oorlog op gewacht,’ zei een inlichtingenofficier.

Het materiaal kwam in handen van Britse codekrakers in Bletchley Park, die met het nieuwe inzicht in de Enigma-codering van de Duitse marine binnen 24 uur de meest gebruikte code van de vijand kraakten.

In juni 1941 werd de doorbraak al gebruikt om alle Duitse bevoorradingsschepen te vinden en uit te schakelen. Deze hielpen de oorlogsschepen om lange tijd op zee te opereren. Ook de dreiging van onderzeeboten kon nu sneller worden opgespoord, doordat de Britten de observatiegebieden ervan in kaart hadden gebracht.

Joe Baker-Cresswell en David Balme ontvingen van George VI een Distinguished Service Cross voor hun waardevolle verovering.

‘Dit is mogelijk de belangrijkste gebeurtenis in de hele zeeoorlog,’ zei de koning tijdens de ceremonie.

Als Balme en zijn mannen met de waardevolle spullen terugkeren naar de Bulldog, is Baker-Cresswell in zijn nopjes. En hij wordt nog vrolijker als hij van Balme hoort dat de onderzeeër ‘zeewaardig genoeg lijkt om te slepen’.

Terwijl de andere escorteschepen overlevenden oppikken uit het water – eerst de Britse bemanning van de Esmond en de Bengore Head en dan de overgebleven Duitsers – bevestigen de mannen op de Bulldog een sleeptouw aan de U-110. De trofee zal worden meegenomen naar de IJslandse haven waar de escortegroep een basis heeft. Een uitgebreid onderzoek van de effectieve Duitse onderzeeër uit de IX-klasse is waardevol voor de Britse marine.

U-boot gaat op terugweg verloren

Om 18.30 uur draaien de turbines van de Bulldog weer op volle toeren en is de destroyer op weg naar de marinebasis in het IJslandse Hvalfjördur. De zee is die nacht rustig, maar de volgende ochtend begint het hard te waaien. Het water beukt in op de schroef van de Bulldog, en Baker-Cresswell kijkt nerveus toe hoe de U-110 heen en weer wordt geslingerd door de golven.

De achtersteven van de U-boot komt steeds dieper onder water te liggen, en rond 11.00 uur gaat het mis. De voorsteven komt omhoog en het sleeptouw breekt. Even staat de U-110 bijna verticaal in het water. Dan verdwijnt hij langzaam in de golven.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (12)

‘Het was een van de ergste momenten van mijn leven. Wat zou het een triomf geweest zijn om Hvalfjördur binnen te varen met de U-110 op sleeptouw,’ schreef Baker-Cresswell later.

Maar met of zonder onderzeeër, de kapitein en zijn mannen hebben de Duitse U-bootvloot een pijnlijke nederlaag toegebracht door de geheime apparatuur en documenten buit te maken. Bovendien is nu bewezen dat konvooiescortes een effectief wapen zijn tegen de ‘grijze wolven’.

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (13)

NASCHRIFT: Slechts één opvarende van de getorpedeerde Britse vrachtschepen kwam om door de aanval van de U-110. De Duitsers Helmut Ecke, Heinz Wilde, Georg Högel en Herbert Langsch overleefden het duel in de Atlantische Oceaan. 15 van hun landgenoten niet.

Een van de doden was Fritz-Julius Lemp. Volgens een getuige probeerde hij terug te zwemmen naar de U-110 toen hij besefte dat deze niet zonk. Het lukte hem echter niet het vaartuig tot zinken te brengen of zijn leven te redden. Mogelijk pleegde hij zelfmoord.

Hugh Sebag-Montefiore: Enigma: The Battle for the Code, Cassell, 2001

Gordon Williamson: Grey Wolf – the story of the U-BOAT in World War II, Osprey, 2005

Andrew Williams: The Battle of the Atlantic, Basic Books, 2003

Duel op de Atlantische Oceaan: Duitse onderzeeër had kostbaar geheim aan boord (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Amb. Frankie Simonis

Last Updated:

Views: 5496

Rating: 4.6 / 5 (56 voted)

Reviews: 95% of readers found this page helpful

Author information

Name: Amb. Frankie Simonis

Birthday: 1998-02-19

Address: 64841 Delmar Isle, North Wiley, OR 74073

Phone: +17844167847676

Job: Forward IT Agent

Hobby: LARPing, Kitesurfing, Sewing, Digital arts, Sand art, Gardening, Dance

Introduction: My name is Amb. Frankie Simonis, I am a hilarious, enchanting, energetic, cooperative, innocent, cute, joyous person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.